Zaterdag, 02 September 2006

Diamanten Smokkelende Criminele Organisatie van President Kim Dae-Jung - Antwerpen en Brussel,  Europese Unie (2000-2001)

Links: President Roh Moo-Hyun, Rechts: Minister Ban Ki-Moon van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel, de volgende secretaris-generaal van de V.N., Diplomatieke onschendbaarheid en voorrechten

Diamanten Smokkelende Criminele Organisatie van President Kim Dae-Jung gemobiliseerd voor politieke terreur.

Met welk doel leidde President Kim Dae-Jung "een diamanten smokkelende organisatie, die werd gemobiliseerd om te moorden"?

John, die mij later adviseerde de politieke gedachten van President Kim Dae-Jung te volgen, en die van mening was dat de wereld te rechts werd, zorgde ervoor dat Kim Woo-Chul en Wise enz. , leden van "de diamanten smokkelende bende die actief is in Antwerpen en Brussel", mij contacteerden. De leden van die smokkelbende waren betrokken bij de poging van Jung Kang-Hyun, Nho Gil-Sang en John, allen collega’s van Vice-minister Ambassadeur Choi Dae-Hwa, om door handhaving van een schrikbewind, het uiten van bedreigingen en het verhullen van terroristische activiteiten mensen te ontvoeren en te vermoorden.

Het was begin 2000 tijdens een diner in een kerk, in een ruimte die leek op een eetzaal, dat John sprak over de smokkelorganisatie. John legde me eenvoudig uit via welke weg de diamanten gesmokkeld werden. Hij vertelde me ook dat Wise, die vaak in zijn gezelschap was, lid was van deze smokkelorganisatie. John vertelde me met opzet dat er destijds een diamanten smokkelende criminele organisatie was. John is ook diegene die me vertelde over de illegale transfers van President Kim Dea-Jung van miljoenen dollars van Noord-Korea naar “Le Nemrod” aan de Place Louise na talloze pogingen van kidnapping en moord.

1)

2)
1) Links: Koning Albert II van België, Rechts: Vice-minister Ambassadeur Choi Dae-Hwa,
Diplomatieke onschendbaarheid en voorrechten
2) Ban Ki-Moon, Vice-minister van Buitenlandse Zaken en Handel (“De uiteindelijke diplomatieke verantwoordelijkheid ligt bij de President, terwijl ik verantwoordelijk ben voor de toepassing van de diplomatieke gedachtegang en de koers van de President.” 19 April 2005, Minister Ban Ki-Moon,
Diplomatieke onschendbaarheid en voorrechten, de volgende secretaris-generaal van de V.N. )

Vice-minister Ambassadeur Choi Dae-Hwa van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel behoorde officieel tot het hoogste stratum van de groep die betrokken was bij pogingen tot kidnapping en moord in de Europese Unie.

Cho Jung-Pyo, Choi Dae-Hwa, Ban Ki-Moon, Diplomatieke onschendbaarheid en voorrechten - Shin Kuhn (KCIA), Lim Dong-Won (KCIA), Artikel IV - Het feit dat een persoon gevolg gaf aan een bevel van zijn overheid of een bovengeplaatste, ontheft hem niet van zijn aansprakelijkheid naar internationaal recht, mits een morele keuze voor hem in feite mogelijk was. (Neurenbergse principes)

Choi Dae-Hwa, die me in de kerk bedreigde, was vanwege zijn functies als Vice-minister en Ambassadeur van President Kim Dae-Jung de verantwoordelijke te Brussel en Antwerpen voor de operatie "waarbij een staatsburger om politieke reden gedood moest worden".

Ban Ki-Moon, de huidige Minister van Buitenlandse Zaken en Handel, was destijds de
Vice-minister van Buitenlandse Zaken en Handel
. Onder Lim Dong-Won en Shin Kuhn, beide Chefs van de Nationale Inlichtingendienst (KCIA), begingen de leden van de organisatie van Ambassadeur Choi Dae-Hwa een misdaad, die verband hield met de diamanten smokkelende organisatie.

Kim Woo-Chul, die zichzelf "Black Suitcase" (Zwarte Koffer) noemde, was ook betrokken bij deze organisatie. Kim Woo-Chul deed herhaaldelijk mededelingen over het feit dat hij veel mensen in zijn residentie hield, en ook over de compensatie voor het verbergen van terrorisme, alsof hij woordvoerder was voor Jung Kang-Hyun van de KCIA. Voordat ik Brussel verliet, speelde Kim Woo-Chul, lid van de criminele smokkelorganisatie, ook een rol bij het doorgeven van het bericht waarin gedreigd werd dat mijn familieleden zouden worden gedood om terrorisme te verhullen. Er was een persoon bij hem die beweerde dat hij de vader was van de handlanger van de moordenaar ten tijde van de op mij gerichte moordpoging.

De zogenaamde “Patriot I” , die in verband was gebracht met de onderhandelingen over de diamanten, uitte ook een dergelijke doodsbedreiging voordat ik uit Brussel vertrok (Na Kim Dae-Jung’s bio-terrorisme).

Nho Gil-Sang, bioterrorist, Attaché voor Volksgezondheid en Welzijn, Diplomatieke onschendbaarheid en voorrechten

Tijdens een bijeenkomst in een kerk in de buitenwijk van Brussel spraken Nho Gil-Sang en Wise van “de criminele terroristische organisatie van Ambassadeur Choi Dae-Hwa, die voor President Kim Dae-Jung werkte,” op dusdanige toon tegen mij, alsof ze bezorgd waren over President Kim Dae-Jung’s politieke gedachten en de Sunshine-politiek met betrekking tot Noord-Korea, en probeerden me zelfs over te halen om deel te nemen aan de samenzwering.

Toen ze me probeerden te vermoorden in een restaurant in Antwerpen, handelend als handlangers van de moordenaar, werden diegenen die betrokken waren bij de handel in diamanten, Wise inbegrepen, gemobiliseerd. De moordenaar die was ingeschakeld om mij te doden, vertelde me in een restaurant te Antwerpen tevens dat hij al geruime tijd diamanten verhandelde.

Van de leden van deze organisatie was het vooral Wise, die regelmatig samenwerkte met John. Onze laatste ontmoeting vond plaats toen Mr. en Mrs. John mij in de kerk probeerden te elimineren. Deze persoon zat naast mij toen ik wakker werd van het verdovende middel dat Mr. en Mrs. John me hadden toegediend. John weigerde de identiteit bekend te maken van diegenen die naar de kerk zouden komen voordat ik door de drug het bewustzijn zou verliezen.

John, die aan het einde van 2005 naar Korea ging, onthulde op een website dat Wise en de anderen bij hem waren toen hij vertrok uit Brussel, de stad waar hij me probeerde te vermoorden. (Een afbeelding gedateerd op 17 november 2005, genomen op de luchthaven. Wise en de anderen, de collega’s van John, schepten op deze manier op dat hun organisatie sterk was en op 17 november 2005 nog springlevend was. John ging naar Korea kort nadat ik op mijn blog redelijk gedetailleerde verslagen had geplaatst over de plaatsen en tijden waar John me had geprobeerd te doden.)

President Kim Dae-Jung, die zelfs asiel kreeg in de Verenigde Staten, en die zowel de terreurorganisatie als de smokkelorganisatie mobiliseerde teneinde voor politieke doeleinden zwakke burgers te vermoorden, stond vierkant achter hen.

Vice-minister Ban Ki-Moon van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel, en President Kim Dae-Jung mobiliseerden de criminele organisatie om “Koreanen in het buitenland te laten beschermen door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel” via Vice-minister Ambassadeur Choi Dae-Hwa. Het Blauwe Huis van President Kim Dae-Jung en het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel stelden vaak een financiële compensatie voor om terrorisme te verbergen, en probeerden zelfs ter compensatie een vrouw te regelen in de kerk.

Ik herinner me het Blauwe Huis van President Roh Moo-Hyun, waar werd beweerd dat “er op pogingen tot moord geen lange straffen zouden staan.” Vandaag de dag zien we dat de politieke macht de wet en de rechtspraak naar eigen believen hanteert. Artikel III - Het feit dat de persoon die een handeling verrichtte die gelijk staat aan een misdaad naar internationaal recht, dat gedaan heeft als staatshoofd of als verantwoordelijk overheidsambtenaar, ontheft deze niet van zijn aansprakelijkheid naar internationaal recht.(Neurenbergse principes)

Het Blauwe Huis van President Roh Moo-Hyun, dat een lijfwacht verplichtte zichzelf te verwonden voor het Blauwe Huis, pleegt gewelddadigheden en weigert tot op de dag van vandaag de terreurorganisatie en de diamanten smokkelende organisatie van President Kim Dae-Jung op te doeken.



Tijdens de bijzondere toespraak van President Roh Moo-Hyun op de Universiteit van Yonsei over het thema, zei de President: “We moeten ons losmaken van de connecties tussen de politiek enerzijds en de economie en de pers anderzijds.” Op de 27ste zei de President: “We moeten de exclusieve en bevoorrechte ‘gangstercultuur’ die diep wortelt in onze politieke macht kwijt zien te raken.” “In deze gangstercultuur worden strikte wetten gehanteerd, die men voor zichzelf heeft ingesteld. Geen enkele wet wordt gerespecteerd ten opzichte van de buitenwereld. Intern worden machtige regels gevolgd, en bestaan er strenge relaties gebaseerd op loyaliteit en compensatie. Het is een exclusieve, onschendbare groep. De mensen lijden hier over het algemeen onder, omdat er onderling oneerlijke transacties plaatsvinden. Om deze reden probeer ik het verband tussen politieke en economische machten te verbreken.”

070210